<< Terug <<

GEMEENTEHUIS

 

Ik wachtte tot mijn nummer zou worden afgeroepen voor balie zeventien. Er verscheen een kleine man die tegen een pilaar ging staan. Hij droeg een shirt met strepen in de breedte en een spijkerbroek die met moeite werd opgehouden door een strakke riem. Hij groette mij enigszins verlegen of was het onderdanig?

Een boom van een man voegde zich even later bij hem.

Hallo, hoe is het met jou?

Goed, zei de boom ik ben veertig kilo afgevallen.

Ja, ik zie dat je bent afgevallen, zei de kleine man. Ik ben ook afgevallen, 105 kilo, maar ik ben glad getrokken. Nu heb ik problemen met mijn gewicht, want ik ben te mager.

Volgens de reus kun je nooit te mager zijn.

Hij raadde desalniettemin aan, net als hij, gewicht te gaan heffen. Daar val je niet van af.

De kleine man werd bevrijd door een medewerkster die hem meenam.

De reus liep een paar keer een rondje om zijn eigen as en begon toen onbedaarlijk te lachen.